Dan neem je toch een hond !


Als ik vertel dat het niet gelukt is om kinderen te krijgen, krijg ik verschillende reacties.

Meestal komt er een verhaal van het wonder. Er is altijd wel iemand ergens , meestal ver weg, waarbij een wonder is gebeurd. Die is – totaal onverwachts- toch nog moeder geworden.

Ik krijg ook goedbedoelde adviezen, zoals : “Heerlijk, dan kun je lekker reizen!”, “Er zijn genoeg kinderen in Nederland, dan ga je toch pleegkinderen opvangen ?” of “Dan neem je toch een hond ?”

Eerlijk ?

Het verhaal van het wonder maakt me onzeker. Waarom is dit wonder niet bij mij gebeurd ? Of ben ik juist de bevestiging dat kinderen krijgen nog steeds een wonder is. Reizen vind ik gedoe. Pleegzorg is fantastisch.

Maar voor mijzelf ?
Dat ik kinderen ga opvangen van ouders die tijdelijk of langdurig niet in staat zijn hun kinderen op te voeden. Door mij ? Door iemand die het überhaupt niet gelukt is om ze te krijgen ?

Het allerleukste advies is toch de hond. Daar heb ik gelijk een gevat antwoord op. Ik heb namelijk al een hond. Dus dan zeg ik: “Bedoel je nog één erbij ? Zou dat helpen ?"

Eigenlijk is het heel simpel. Ik wilde graag 4 kinderen en dat is niet gelukt. Daar is geen oplossing voor, dit kan niemand wegnemen en dat hoeft ook niet. Het is gewoon niet gelukt.

De fijnste reactie die ik ooit kreeg, kwam van een onbekende man op een bruiloft. Toen hij vroeg of ik kinderen had en ik aangaf dat dit niet gelukt was, keek hij me aan en zei: “Dat is verdrietig”. Meer was het niet. Hij poetste het niet weg. Gaf geen tips of adviezen.
Het mocht er zijn.

Dan neem je toch een hond !