Ik zit op een plakkerig bankje. Het is druk.
Naast mij zit een vrouw en daarnaast haar infuus.
“Wat mankeer je? “ vraagt ze.
Nog geen half uur geleden zaten we bij de gynaecoloog. Wij bloednerveus, zij dolenthousiast.
“ Alle uitslagen zijn goed ! Er is niets met jullie aan de hand!” Ze schudt met haar hoofd.
“Geen idee waarom jullie nog niet zwanger zijn geworden…maar we gaan de natuur een handje helpen". Ze schrijft een recept voor.
Mevrouw Infuus kijkt me nog steeds aan. “Ik mankeer niets”, hoor ik mijzelf zeggen.
Ze valt even stil, kijkt me nogmaals aan en knikt langzaam. Ze begint te vertellen waar ze zelf last van heeft. Haar lijst is lang.
Opeens sta ik op. Dit benauwd me. Ik moet weg. Ik hoor hier niet, tussen al die zieke mensen. Ik haast me naar de uitgang.
Dan hoor ik mijn nummer. Uit een raar soort fatsoen loop ik naar de balie.
Een vrolijke jonge vrouw staat me op te wachten en gaat vervolgens aan de slag met mijn recept.
Ze komt terug met 2 grote diepvriestassen met medicijnen. “Zo” zegt ze. “ Dat is nog eens leuk. De gebruiksaanwijzing en alles zit erin. Heel veel succes hé ! We duimen voor jullie “.
Ik raak even in de ban van haar enthousiasme. Wil bijna vragen of ze het misschien in kan pakken. Als cadeautje voor mezelf.
Maar dit voelt alles behalve een cadeau.
Ik herpak me, pak de tassen en loop met schaamrood op mijn kaken de apotheek uit. In mijn rug voel ik de ogen branden van mevrouw infuus.
Twee grote tassen met medicijnen
En ik mankeer niets.